Het heeft even geduurd, maar de Wet bescherming klokkenluiders is op 20 december eindelijk aangenomen door de Tweede Kamer. Verrassend is dat er ook enkele amendementen en moties zijn aangenomen, bijvoorbeeld over sancties en anonieme meldkanalen.
In onze vorige nieuwbrief informeerden wij u nog dat de Tweede Kamer op 8 december zou debatteren over de Wet bescherming klokkenluiders, waarna er op 13 december gestemd zou worden. Maar weer werd de stemming uitgesteld. Eerst tot 15 december. Op 14 december stuurde de minister echter nog een brief naar de Kamer. Enkele Kamerleden wilden deze brief eerst beter bestuderen, waarop de stemming werd uitgesteld tot 20 december.
Maar eerst vond er op 8 december een debat plaats. Dit begon rond 19.30 en duurde tot middernacht. Er was dus de nodige discussie. Met name de Kamerleden Leijten (SP) en Omtzigt spraken gepassioneerd, maar ook Dekker-Abdulaziz (D66) en Van Dijk (CDA) waren zeer betrokken. Aardig was dat dhr. Bushoff van de PvdA tijdens het debat zijn maidenspeech gaf, met een bijzonder persoonlijk verhaal. Verder viel, net als de afgelopen maanden, de constructieve houding van de minister op. Zij gaf bijvoorbeeld aan dat ze echt een hekel heeft aan de term ‘loyale tegenspraak’. Onder deze naam liep er eerder een project bij haar ministerie. Tegenspraak is immers per definitie loyaal. Daarom wil ze graag elke week een keer tegengesproken worden. Dit is het leiderschap dat wij appreciëren.
Ook kondigde de minister aan dat er in 2023 bijeenkomsten gaan komen om ervaringen te delen over een veilig werk- en meldklimaat. Daarnaast komt er wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de wet, want momenteel zijn daar weinig feiten en cijfers over bekend.
De minister gaf verder aan dat zij over driekwart jaar met een volgend wetsvoorstel komt. Maar het kan nog wel anderhalf tot twee jaar duren voordat het dan uiteindelijk is ingevoerd. In dit voorstel komt ze terug op de ondersteuning van klokkenluiders en over eventuele sancties voor werkgevers. Dat laatste zal echter niet nodig zijn, bleek tijdens de stemming op 22 december.
Ook nam de minister de suggestie van dhr. Omtzigt mee om met de Commissie Monitoring Corporate Governance het gesprek aan te gaan over de bescherming van klokkenluiders en over het opnemen van rapportages over klokkenluidermeldingen in jaarverslagen. Helaas was het daar wat te laat voor, want de nieuwe Corporate Governance Code is inmiddels al gepubliceerd. Overigens dienen grote bedrijven hier binnenkort sowieso over te rapporteren, als gevolg van de Corporate Sustainability Reporting Directive, een Europese richtlijn die binnenkort ingaat.
Jammer was dat Dhr. Omtzigt op een gegeven de trein naar huis moest nemen. Zijn bijdragen waren scherp en werden node gemist. Desalniettemin slaagde hij er uiteindelijk in om een aantal amendementen aangenomen te krijgen.
Zoals verwacht ging het debat vooral over de definitie van een klokkenluidermelding, de ondersteuning van klokkenluiders en sanctiemaatregelen.
Maatschappelijk belang
Volgens de wet wordt een melding, die niet gaat over een inbreuk op EU-wetgeving, pas gezien als een klokkenluidermelding, als het maatschappelijk belang in het geding is. Meerdere fracties hadden graag gezien dat dit criterium uit de wet verwijderd zou worden. Wij hebben hier ook een aantal keer over geschreven. Uiteindelijk diende mevrouw Leijten namens de SP hier ook een amendement toe in. Helaas is dit amendement niet aangenomen. Daardoor blijft deze, lastig te doorgronden, definitie van een maatschappelijke misstand in de wet staan. Wij adviseren werkgevers daarom om een ruimere definitie te hanteren, en zelf bescherming te bieden als er sprake is van een inbreuk op een van toepassing zijnde wet of een interne richtlijn, ook al is er dan misschien geen wettelijke bescherming. Toch zal de wettelijke definitie van een misstand in de klokkenluiderregeling opgenomen moeten worden.
Ondersteuning van klokkenluiders
De minister gaf aan dat er nu al experimenten lopen of zijn ingezet voor ondersteuning aan klokkenluiders. Zo kunnen klokkenluiders door het Huis doorverwezen worden naar slachtofferhulp. Verder is het de bedoeling dat klokkenluiders zonder inkomenstoets een beroep kunnen doen op rechtsbijstand. Ze is wel een voorstander van het opzetten van een fonds, maar het uitwerken hiervan is nog een stevige opgave. Immers, wie dient dat fonds te beheren? En hoe wordt het gevuld? Daar wil ze nog verder gesprekken over voeren en dan komt ze er in het volgende wetsvoorstel op terug. De amendementen om nu al een fonds op te richten hebben het tijdens de stemming niet gehaald. Wel is er een motie van het CDA en D66 aangenomen waarin de minister wordt opgeroepen om voor de zomer van 2023 voorstellen te doen en de Kamer hierover te informeren. Ook de motie van de VVD dat er, zo mogelijk, al tijdens de looptijd van de pilots geëvalueerd moet worden is aangenomen.
Sanctiemaatregelen
Het wetsvoorstel kende geen sancties als een werkgever geen of een onjuiste klokkenluiderprocedure heeft. Medewerkers kunnen echter naar de kantonrechter stappen om dit af te dwingen. Een klokkenluider die benadeeld wordt als gevolg van diens melding, dient ook zelf naar de rechter te stappen voor een vergoeding. De minister wilde het vooralsnog graag bij deze civielrechtelijke sancties houden en hier eventueel in een later stadium op terugkomen. D66 gaf echter aan dat bestuursrechtelijke en civielrechtelijke sancties naast elkaar kunnen bestaan en stemde dan ook mee met het voorstel van de SP om sanctiemogelijkheden te geven aan het Huis voor klokkenluiders. Omtzigt had dit liever bij de arbeidsinspectie weggelegd. Zijn motie behaalde dit keer geen meerderheid, maar die van de SP wel. De sancties moeten nog wel nader worden uitgewerkt. Maar weet dat een onjuiste klokkenluiderprocedure of het nemen van vergeldingsmaatregelen tegen een klokkenluider de organisatie een boete kan opleveren.
Anonieme meldkanalen
Tijdens zijn introductie gaf Omtzigt aan dat anonieme meldkanalen de drempel wegnemen om te melden. Immers, als je niet weet wie er meldt, dan kan er ook geen vergelding plaatsvinden. Tijdens het debat is er verder niet veel gesproken over zijn amendement om het opzetten van een anoniem meldkanalen te verplichten. Wij stonden er dan ook van te kijken dat er bij de stemming een Kamermeerderheid voor bleek te bestaan. Wij van De Integriteitscoördinator hebben altijd gepleit vóór het openstellen van anonieme meldkanalen. De exacte bewoordingen van de motie van Omtzigt leveren echter wel wat vraagtekens op. Zo zou de melding plaats moeten vinden via een gecertificeerde, externe vertrouwenspersoon, die dan ook nog een eed afgelegd moet hebben. Dat laatste doen vertrouwenspersonen op dit moment niet. Een andere optie zou zijn dat werkgevers hier een externe advocaat voor aanwijzen. Dat zien wij ook niet als een good practice, tenzij het hier om een andere advocaat gaat dan de huisadvocaat. Immers, de huisadvocaat wordt geacht om de belangen van de werkgever te behartigen en is dus niet onafhankelijk. Voor veel kleine organisaties is dit bovendien nogal prijzig. Daarnaast wordt er gesproken over de mogelijkheid om via speciale software anoniem melden mogelijk te maken. Het lijkt ons dat er dan geen tussenpersoon meer nodig is. Zoals in het amendement wordt aangegeven, moet e.e.a. nog in lagere wetgeving worden uitgewerkt. Zodra hier meer over bekend is, zullen we u natuurlijk informeren.
Een ander amendement van Omtzigt dat is aangenomen bepaalt dat rechtspersonen die een melder bijstaan niet benadeeld mogen worden. Ook moet het Huis zelf een intern meldkanaal inrichten.
Tot slot is ook het amendement van D66 dat de wet elke drie jaar geëvalueerd moet worden in plaats van elke vijf jaar aangenomen, evenals een motie van het CDA dat de evaluatie dient plaats te vinden vanuit het perspectief van de melders.
De Wet bescherming klokkenluiders moet nog aangenomen worden door de Eerste Kamer. Op 17 januari vindt het eerste overleg hierover plaats. De Eerste Kamer kan de wet alleen in zijn geheel aannemen of verwerpen. Wij verwachten dat de wet nu snel wordt aangenomen. Het kan dan nog wel tot 1 maart of 1 april duren voordat de wet in werking treedt.