In 2024 is de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) door TNO uitgevoerd. Net als uit het SUSA onderzoek blijkt ook hier dat de klokkenluiderprocedures van werkgevers in meerderheid nog niet voldoet aan de wettelijke eisen.

De Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) is een tweejaarlijks onderzoek van TNO naar het arbeidsbeleid door middel van een grote en representatieve steekproef van vestigingen van bedrijven en instellingen in Nederland, die op vrijwillige basis wordt ingevuld. In de laatste enquête van 2024 zijn ook enkele vragen over klokkenluiderprocedures opgenomen, die vervolgens zijn geanalyseerd. Onlangs heeft TNO een verdiepende analyse gepubliceerd. Deze is gebaseerd op ondernemingen die meer dan 50 medewerkers hebben en dus een klokkenluiderprocedure moeten hebben. Overigens dient een groot aantal kleinere ondernemingen ook over zo’n procedure te beschikken, inclusief een anoniem meldkanaal, maar daar gaat het onderzoek verder niet op in.

Uit de enquête blijkt dat de meerderheid van de ondernemingen inmiddels een klokkenluiderprocedure heeft ingericht. Dat mag ook wel, want dat is al sinds 2016 verplicht. Toch is zo’n 26% van de respondenten nog helemaal niet bekend met een meldprocedure; een schokkend hoog percentage. Mogelijk heeft een aantal van deze organisaties wel een procedure, die echter niet bekend is bij degene die de enquête heeft beantwoord. Maar dat is dan ook geen goed teken. Het communiceren van de procedure is bovendien ook een eis uit de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk).

Hoe groter de organisatie, des te vaker is er een meldpunt ingericht. Iets meer dan de helft van de ondernemingen met een klokkenluiderprocedure heeft deze aangepast na de inwerkingtreding van de Wbk in 2023. Hieruit kan afgeleid worden dat zeker 60% van de ondernemingen nog geen juiste klokkenluiderprocedure heeft! Ook het Huis voor Klokkenluiders trekt deze schokkende conclusie.

Een aantal bepalingen uit de Wbk is namelijk dusdanig specifiek dat zo’n beetje elke organisatie de meldprocedure heeft moeten aanpassen na de inwerkingtreding van de Wbk. Dat betekent overigens nog niet automatisch dat hun nieuwe procedure dan wel aan de wet voldoet, zo is onze ervaring.

Het is ons dan ook een raadsel hoe TNO tot de conclusie komt dat in de meeste gevallen de procedure wel voldoet aan de wettelijke eisen. Zij hebben daarbij gekeken naar het antwoord op de vraag of er sprake is van meerdere meldmogelijkheden (schriftelijk, telefonisch en via een spraakberichtensysteem of persoonlijk gesprek). En daarnaast moest er sprake zijn van een onafhankelijk meldpunt. Dat is volgens TNO iemand die geen directe leidinggevende is of onderdeel uitmaakt van het hoger management. Dat is toch wel bijzonder; de Wbk stelt veel meer eisen aan de meldprocedure. En iemand die geen (hogere) leidinggevende is, is zeker niet per definitie onafhankelijk.

Zo geeft in de enquete zo’n 70-80% van de organisaties aan dat een vertrouwenspersoon is aangewezen als meldpunt. Dit terwijl de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen haar leden adviseert om niet op te treden als meldpunt. Ook regeringscommissaris Mariëtte Hamer adviseert hiertegen. En wij ook. Blijkbaar is dit nog niet doorgedrongen tot de meeste werkgevers. Slechts 15-40% van de werkgevers geeft aan dat ze een intern onafhankelijk meldpunt of ‘iemand anders’ hebben aangesteld. Die andere 60% voldoet dus niet aan de wet.

En nog erger: slechts 15% van de werkgevers stuurt binnen een week een ontvangstbevestiging naar de melder, terwijl dit wel een wettelijke eis is. Oftewel: 85% van de deelnemende bedrijven voldoet niet aan de wet. Het is ons dan ook een raadsel hoe de onderzoekers kunnen concluderen dat de procedure in de meeste gevallen voldoet aan de wettelijke eisen, dit lijkt ons volledig uit de lucht gegrepen. Hebben de onderzoekers van TNO de Wbk zelf wel goed in de vingers?

Dat het nog niet zo best is gesteld met de naleving van de wetgeving ter bescherming van klokkenluiders blijkt ook uit het SUSA-onderzoek. De twee onderzoeken zijn op zich niet vergelijkbaar, aangezien de doelgroep van het SUSA onderzoek veel breder was dan Nederland en de deelnemers zich in ieder geval al bewust waren van het belang van het inrichten van een meldregeling, anders zouden ze niet deelgenomen hebben aan het onderzoek.

Het is dus de hoogste tijd dat het Huis voor Klokkenluiders toezicht gaat houden op de naleving van de wet, want vooralsnog is de situatie niet best. Voorlopig lijkt de regering daar nog geen haast mee te maken.

Mocht u meer willen weten over alle eisen die de Wbk stelt aan de meldregeling en hoe daar in de praktijk mee om te gaan, volg dan onze cursus Wet bescherming klokkenluiders.

Neem contact op

Zoekt u nog een integriteitscoördinator? Neem dan contact met ons op.